ECLI:NL:RBDHA:2025:2604
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 19 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 16 januari 2025 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft besloten geen zitting te houden, omdat partijen daarmee instemden en het onderzoek is gesloten.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de minister in stand blijft. De rechtbank legt uit dat de Europese Unie gezamenlijke regelgeving heeft over asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Deze verordening stelt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om overname aan Spanje gedaan, dat door Spanje is aanvaard.
Eiser betoogt dat de minister niet mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, omdat er systematische tekortkomingen zijn in de Spaanse opvangvoorzieningen. De rechtbank oordeelt echter dat de minister terecht aanneemt dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt, en dat het aan eiser is om aan te tonen dat er tekortkomingen zijn. Eiser slaagt hier niet in, ook niet met verwijzing naar het AIDA-rapport Update 2023. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.