Op 24 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser tegen de Minister van Asiel en Migratie. De eiser had beroep aangetekend tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 24 april 2023. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, omdat de beslistermijn van 15 maanden was overschreden en de minister in gebreke was gesteld. De rechtbank besloot zonder zitting uitspraak te doen, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelde vast dat de minister binnen acht weken na de uitspraak een besluit op de asielaanvraag moest nemen en legde een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast werd de minister veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak werd gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier J. Yedema, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.