Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
[naam],
[naam],
[naam],
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
26 mei 2023 heeft de minister Oostenrijk verzocht eiseres op grond van artikel 13, eerste lid, van de Dublinverordening over te nemen. Oostenrijk is met ingang van 30 mei 2023 voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres verantwoordelijk geworden. Op grond van artikel 29, eerste lid, van de Dublinverordening, dient de minister eiseres uiterlijk binnen zes maanden over te dragen aan de Oostenrijkse autoriteiten. Eiseres had uiterlijk op
30 november 2023 aan de Oostenrijkse autoriteiten moeten worden overgedragen. Uit het dossier blijkt dat eiseres niet tijdig is overgedragen. De rechtbank stelt vast dat de minister per 1 december 2023 verantwoordelijk is geworden voor de asielaanvraag van eiseres.
1 december 2023 verantwoordelijk geworden voor de asielaanvraag van eiseres.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op binnen acht weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50.