Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer [nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
kunnenintrekken met terugwerkende kracht tot de ingangsdatum van de verblijfsvergunning. De minister heeft dat in het primair besluit ook aan eiser tegengeworpen. [9] De minister heeft op zitting echter toegelicht dat hij daarvan heeft afgezien en voor een latere datum is gekozen, omdat referente in haar formulier ‘Afmelden vreemdeling’ heeft verklaard dat zij met ingang van 21 december 2022 “niet meer” met eiser samenwoonde. De minister is er daarom van uitgegaan dat eiser en referente wel op enig moment hebben samengewoond en heeft de verblijfsvergunning daarom met terugwerkende kracht tot 21 december 2022 ingetrokken. De rechtbank kan die toelichting volgen, alleen al omdat eiser hierdoor niet is benadeeld. Eiser heeft bovendien niet nader onderbouwd waarom de minister niet van de verklaring van referente uit zou mogen gaan.