Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 10 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft op 2 oktober 2024 het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om uiterlijk op 16 december 2024 een besluit te nemen. Eiser heeft op 6 februari 2025 opnieuw beroep ingesteld omdat verweerder wederom niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat, volgens vaste jurisprudentie, een ingebrekestelling niet nodig is als de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en er al een eerdere termijn is gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister nog steeds geen besluit heeft genomen, waardoor het beroep ontvankelijk en gegrond is. De rechtbank draagt verweerder op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en legt een dwangsom op van € 200 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Tevens worden de proceskosten van eiser vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan op 18 maart 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt.