In deze uitspraak beslist de rechtbank over de beroepen van eisers tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvragen van 4 januari 2023. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk gegrond zijn en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn van 15 maanden is verstreken en dat eisers de minister rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De minister krijgt een termijn van acht weken om alsnog een besluit te nemen op de asielaanvragen. De rechtbank veroordeelt de minister ook in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.