Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
€ 453,50 (vierhonderddrieënvijftig euro en vijftig cent);
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvragen om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf voor zijn ouders en gezinshereniging voor zijn broers en zussen, op grond van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 90 dagen heeft beslist, en dat eiser rechtsgeldig in gebreke is gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden en er geen besluit is genomen. De rechtbank legt de minister een termijn van acht weken op om alsnog een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100 per dag bij overschrijding, tot een maximum van € 15.000. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van verbeurde bestuurlijke dwangsommen van € 1.442 en proceskosten van € 453,50 aan eiser, alsook de vergoeding van het griffierecht van € 187. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten binnen zes weken na verzending.