Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Grigorjan, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. Eiser had zijn aanvraag op 13 juni 2024 ingediend, maar de minister had niet binnen de wettelijk vereiste termijn van 90 dagen beslist. Eiser heeft de minister op 13 december 2024 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna het beroep op 7 januari 2025 is ingesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, omdat de minister niet tijdig had beslist. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen aan eiser moet betalen, en de proceskosten van eiser zijn vastgesteld op € 453,50. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en eiser geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen de uitspraak.