Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 1 mei 2024 aanvragen ingediend voor de verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf voor zijn ouders en voor gezinshereniging voor zijn broers en zussen, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn van 90 dagen, verlengd met drie maanden, is overschreden. Eiser heeft de minister op 28 november 2024 rechtsgeldig in gebreke gesteld en het beroep is op 22 januari 2025 ingesteld, wat tijdig is. De rechtbank legt de minister een termijn van acht weken op om een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100 per dag bij overschrijding, tot een maximum van € 15.000. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van verbeurde bestuurlijke dwangsommen van € 1.442 en proceskosten van € 453,50 aan eiser. De rechtbank bepaalt dat het door eiser betaalde griffierecht van € 194 moet worden vergoed.