Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvragen om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf. Eiser had op 15 februari 2024 aanvragen ingediend voor zijn ouders en broers en zussen, maar de minister heeft geen besluit genomen binnen de wettelijk voorgeschreven termijn. Eiser heeft de minister op 4 oktober 2024 in gebreke gesteld en het beroep is op 22 januari 2025 ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de minister niet tijdig heeft beslist. De rechtbank legt de minister een termijn van acht weken op om een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiser ter hoogte van € 453,50 en het griffierecht van € 194. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.