ECLI:NL:RBDHA:2025:4402
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf. De eisers, vertegenwoordigd door mr. M.C.M.E. Schijvenaars, hebben hun aanvraag op 27 mei 2024 ingediend. De minister van Asiel en Migratie, als verweerder, heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan buiten zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen de wettelijk vereiste termijn van 90 dagen heeft beslist, en dat de eisers rechtsgeldig in gebreke zijn gesteld op 13 december 2024. Het beroep is gegrond verklaard, en de rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft de proceskosten van de eisers vastgesteld op € 453,50, en de minister is veroordeeld in deze kosten.