ECLI:NL:RBDHA:2025:4415
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag om verlening van machtiging tot voorlopig verblijf
Op 19 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister in gebreke is gebleven, aangezien de beslistermijn van 90 dagen, verlengd met drie maanden, was verstreken zonder dat er een besluit was genomen. Eiseres had op 24 mei 2024 een aanvraag ingediend en had op 12 februari 2025 beroep ingesteld, wat tijdig was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het niet tijdig nemen van een besluit. Tevens werd de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, tot een maximum van € 15.000. De rechtbank kende eiseres ook proceskosten toe ter hoogte van € 453,50, omdat de minister in gebreke was gebleven. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.