Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
Op 26 maart 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Gambiaanse nationaliteit. De maatregel was opgelegd op 11 maart 2025 door de minister van Asiel en Migratie, maar werd op 18 maart 2025 opgeheven omdat de eiser was overgedragen aan België. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft op 19 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op juiste gronden was opgelegd, omdat er een risico bestond dat eiser zou onderduiken. Eiser heeft de gronden voor de maatregel niet betwist, en de rechtbank oordeelt dat de zware en lichte gronden voldoende waren om de maatregel te rechtvaardigen. Eiser voerde aan dat verweerder niet aan zijn informatieplicht had voldaan, omdat de M113, het document dat de opheffing van de bewaring bevestigde, niet aan het digitale dossier was toegevoegd. De rechtbank oordeelt echter dat dit niet heeft geleid tot een schending van eisers belangen, aangezien de overdracht aan België op 18 maart 2025 daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
De rechtbank concludeert dat er geen onregelmatigheden zijn vastgesteld bij de toepassing van de maatregel van bewaring en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.