ECLI:NL:RBDHA:2025:4958
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht met betrekking tot vreemdelingen
Op 15 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aan eiser een maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft eerder op 6 februari 2025 een uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring. Tijdens de zitting op 18 maart 2025 is het beroep behandeld, waarbij zowel eiser als de minister vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De rechtbank heeft de maatregel van bewaring opnieuw getoetst, waarbij zij heeft gekeken naar de voortvarendheid van de minister in het uitzettingsproces en of er zicht op uitzetting bestaat. Eiser betoogde dat de minister onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting en dat er geen zicht op uitzetting is, omdat er geen concrete aanknopingspunten zijn voor zijn uitzetting naar Algerije of Marokko. De rechtbank oordeelde echter dat het aanvullend terugkeerbesluit van 10 februari 2025, waarin deze landen zijn opgenomen, als een voldoende concreet aanknopingspunt kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de minister voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser en dat er zicht op uitzetting bestaat. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen.