ECLI:NL:RBDHA:2025:5185
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2025, wordt het beroep van eiser, een Guinese asielzoeker, tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De minister heeft de aanvraag afgewezen op basis van de Dublinverordening, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft zich afgemeld voor de zitting, waar de gemachtigde van de minister aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de minister zich op het standpunt heeft mogen stellen dat er geen bijzondere, individuele omstandigheden zijn die maken dat de overdracht aan Spanje onevenredig hard zou zijn. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet veilig is in Spanje en dat hij slachtoffer is geweest van mensenhandel en seksueel misbruik, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer van toepassing is. De Spaanse autoriteiten hebben garanties gegeven dat zij de aanvraag van eiser in behandeling zullen nemen en dat zij zich zullen houden aan internationale verplichtingen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.