Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] , geboren op [geboortedatum 1] , van Marokkaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer] , eiser
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 7 april 2025, wordt het beroep van eiser, een Marokkaanse vreemdeling, ongegrond verklaard. Eiser had beroep aangetekend tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, die hem een zwaar inreisverbod voor de duur van tien jaar had opgelegd, onder intrekking van een eerder licht inreisverbod. De rechtbank oordeelt dat het persoonlijk gedrag van eiser een actuele, werkelijke en ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving, gezien zijn strafrechtelijke verleden met meerdere misdrijven, waaronder geweldsdelicten. De rechtbank stelt vast dat eiser geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft en dat er geen strijd is met artikel 8 van het EVRM, aangezien hij geen familie- of privéleven in Nederland heeft. Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die zouden wijzen op een schending van zijn rechten. De rechtbank concludeert dat de minister op goede gronden heeft besloten tot het opleggen van het inreisverbod en dat het terugkeerbesluit naar Marokko geldig blijft. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.