ECLI:NL:RBDHA:2025:6172
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die de Algerijnse nationaliteit heeft, heeft op 2 december 2024 asiel aangevraagd in Nederland. De aanvraag is door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser is niet verschenen op de aanmeldgehoren op 5 en 6 december 2024, en heeft geen bezwaren kenbaar gemaakt tegen zijn overdracht aan Duitsland. De rechtbank heeft op 19 maart 2025 de zaak behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft niet aangetoond dat hij niet in staat was om te verschijnen op de aanmeldgehoren, en zijn argumenten over de behandeling in Duitsland zijn niet voldoende onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskosten af.