Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2025 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
de minister van Buitenlandse Zaken
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
redelijke twijfelbestaat over het voornemen van eiser om het grondgebied van de lidstaten te verlaten voor het verstrijken van de geldigheid van het aangevraagde visum. [9] Het Hof van Justitie bepaalt in het arrest Koushkaki ook dat de minister, bij de beoordeling van de vraag of de relevante feiten aanleiding geven tot redelijke twijfel aan het voornemen om terug te keren naar het land van herkomst, over een ruime beoordelingsmarge beschikt. [10] Anders dan eiser stelt vereist de minister in dit geval geen zekerheid, maar neemt hij aan er redelijke twijfel is over het voornemen van eiser om tijdig terug te keren naar Ghana omdat zijn economische en de sociale binding met Ghana gering zijn en/of niet zijn onderbouwd. De vraag die de rechtbank dan moet beantwoorden is de minister zich terecht op het standpunt stelt dat sprake is van redelijke twijfel. Deze vraag zal zij hierna beantwoorden. De beroepsgrond slaagt niet
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- verklaart zich onbevoegd om te kennis te nemen van de vordering tot nakoming van de proceskostenveroordeling;
- wijst het verzoek tot schadevergoeding op grond van artikel 8:88, eerste lid, onder d, van de Awb af.