ECLI:NL:RBDHA:2025:6845
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 22 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van een maatregel van bewaring. De eiser, die stelt de Nigeriaanse nationaliteit te hebben, heeft op 3 maart 2025 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de Minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat er geen zitting nodig was en het onderzoek op 17 april 2025 gesloten. De rechtbank heeft eerder, op 25 maart 2025, de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring beoordeeld en vastgesteld dat deze tot dat moment rechtmatig was. De huidige beoordeling richt zich op de periode na 19 maart 2025. Eiser voert aan dat er geen zicht op uitzetting naar Nigeria is en dat verweerder had moeten volstaan met een lichter middel. De rechtbank oordeelt echter dat er geen nieuwe feiten zijn die aanleiding geven voor een ander oordeel. Eiser heeft niet actief meegewerkt aan zijn uitzetting, wat zijn situatie heeft vertraagd. De rechtbank concludeert dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is en verklaart het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.