Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 april 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag
[vergunninghouder]uit [woonplaats] (vergunninghouder)
Inleiding
Totstandkoming van het bestreden besluit
Beoordeling door de rechtbank
eerstwijziging van de splitsingsakte nodig is voordat tot een inhoudelijk oordeel gekomen kan worden. Vergunninghouder heeft ter zitting toegelicht dat hij nog altijd hoop heeft om met de andere leden van de VvE tot een oplossing te komen. Binnenkort is er weer een VvE-vergadering waarin hij de splitsingsakte aan de orde wil stellen. Verder heeft hij toegelicht dat de huidige splitsingsakte onvolkomenheden bevat, en het daarom voor de andere VvE-leden gunstig kan zijn om deze aan te passen. Daarbij komt dat vergunninghouder ook bij een voor hem negatief besluit over de splitsingsakte zich op grond van artikel 5:140, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek tot de kantonrechter kan wenden met het verzoek om een vervangende machtiging. Dat daar op grond van het tweede lid tenminste de helft van het aantal stemmen van de VvE voor vereist is, maakt dat niet anders. Het is immers niet op voorhand uitgesloten dat vergunninghouder één van de twee andere leden kan overtuigen van zijn plannen.