ECLI:NL:RBDHA:2025:7002
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Tanzaniaanse homoseksuele man op basis van geloofwaardigheid van seksuele geaardheid en culturele achtergrond
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt de afwijzing van de asielaanvraag van een Tanzaniaanse man behandeld. De eiser, die homoseksueel is, heeft op 30 juli 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. Hij stelt dat hij in Tanzania wordt gezocht vanwege zijn seksuele geaardheid en betrokkenheid bij de moord op zijn vriend. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag afgewezen, omdat hij de seksuele geaardheid van de eiser niet geloofwaardig achtte. De rechtbank heeft op 1 april 2025 de zaak behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door een tolk en zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond is. De rechtbank volgt de minister in zijn standpunt dat de verklaringen van de eiser over zijn homoseksualiteit vaag en ongerijmd zijn. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende rekening heeft gehouden met de culturele achtergrond van de eiser, maar dat van hem verwacht mag worden dat hij over zijn gevoelens en ervaringen kan vertellen. De rechtbank wijst erop dat de minister de afwijzing van de asielaanvraag terecht in stand heeft gehouden, en dat de vrees van de eiser voor besnijdenis van zijn dochters afzonderlijk moet worden beoordeeld in de asielprocedure van zijn echtgenote en kinderen. De uitspraak wordt openbaar gemaakt en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond.