AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 28 april 2025, gaat het om een beroep van eiseres, die stelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op haar asielaanvraag van 10 februari 2023. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld. De minister had een beslistermijn van zes maanden, die met negen maanden was verlengd. Eiseres heeft de minister na het verstrijken van deze termijn verzocht om binnen twee weken te beslissen, maar de minister heeft hier niet op gereageerd, wat heeft geleid tot het indienen van het beroep. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank legt de minister op om binnen acht weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50.
Voetnoten
1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
3.Artikel 42, vierde lid, onder b, van de Vw.
4.Artikel 42, zesde lid, van de Vw.
5.Artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder a, van de Awb.
6.Artikel 6:12, tweede lid aanhef en onder b, van de Awb.
7.Artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb.
9.Artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn.
11.Artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
12.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepsschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.