ECLI:NL:RBDHA:2025:7287
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van beroep tegen intrekking WGA-loonaanvullingsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 april 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Rastegar, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat de WGA-loonaanvullingsuitkering van eiser per 28 december 2022 heeft ingetrokken. Eiser stelde dat hij niet tijdig beroep had ingesteld omdat hij geen afschrift van de beslissing op het bezwaar van zijn werkgever had ontvangen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift eindigde op 31 januari 2023, en dat eiser pas op 10 maart 2023 beroep heeft ingesteld, wat niet tijdig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit correct was geadresseerd en dat de verzending aannemelijk was, maar eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij niet op de hoogte was van de intrekking van zijn uitkering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Daarom is het beroep niet ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.