In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 30 april 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld die stelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op haar bezwaarschrift van 16 juli 2024. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting beoordeeld. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het niet tijdig nemen van een besluit gelijk te stellen met een besluit. Eiseres heeft de minister op 14 maart 2025 in gebreke gesteld, waarna zij meer dan twee weken later beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om binnen acht weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op het bezwaar van eiseres. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan geraadpleegd worden via rechtspraak.nl.