ECLI:NL:RBDHA:2025:7370
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voortduren van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht met betrekking tot zicht op uitzetting naar Algerije
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 april 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 21 februari 2025. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zitting nodig was en het vooronderzoek op 24 april 2025 is gesloten. De rechtbank heeft eerder, op 18 maart 2025, de rechtmatigheid van de bewaring getoetst en vastgesteld dat deze tot dat moment rechtmatig was. De rechtbank heeft in deze uitspraak de argumenten van eiser beoordeeld, waaronder het gebrek aan zicht op uitzetting naar Algerije en de mogelijkheid van een lichter middel. Eiser stelde dat het laissez passer-traject te lang duurde en dat hij detentieongeschikt was vanwege medische omstandigheden. De rechtbank concludeert dat er in het algemeen zicht op uitzetting naar Algerije bestaat en dat de omstandigheden van eiser niet zodanig zijn veranderd dat de maatregel van bewaring onrechtmatig zou zijn. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende rekening heeft gehouden met de medische situatie van eiser en dat er geen aanleiding is voor het toepassen van een lichter middel. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.