Op 7 mei 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, beroep heeft ingesteld tegen de Minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 1 december 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelde dat de minister de wettelijke beslistermijn van zes maanden had overschreden door deze met negen maanden te verlengen. Eiser had de minister verzocht om binnen twee weken te beslissen, maar dit verzoek werd genegeerd, wat leidde tot het indienen van beroep.
De rechtbank verklaarde het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond. De minister werd opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van het ‘8+8 wekenmodel’. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast werd de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak werd gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.