Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
€ 453,50 (vierhonderddrieënvijftig euro en vijftig cent);
€ 194 (honderdvierennegentig euro) moet vergoeden.
Rechtbank Den Haag
Op 8 mei 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De aanvraag was ingediend op 28 maart 2024, en de verweerder, de minister van Asiel en Migratie, had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen moeten beslissen. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het nemen van een besluit was verstreken zonder dat er een besluit was genomen, en dat eiseres tijdig beroep had ingesteld. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank legde de verweerder een termijn op van acht weken om een besluit op de aanvraag bekend te maken, met de mogelijkheid van een verlenging tot twintig weken indien nader onderzoek nodig is. Tevens werd een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank veroordeelde de verweerder ook in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50 en bepaalde dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 194 vergoed moest worden. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan geraadpleegd worden via rechtspraak.nl.