Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 mei 2025 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie,
Samenvatting
.De minister heeft voldoende rekening gehouden met het referentiekader van eiser en niet ten onrechte geconcludeerd dat de homoseksuele geaardheid van eiser ongeloofwaardig is
.Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Procesverloop
dezeprocedure enkel in onderlinge samenhang heeft bezien met zijn verklaringen uit de
vorigeprocedure. De minister gaat daarmee voorbij aan het feit dat eisers verklaringen in
dezeprocedure in samenhang moeten worden bezien met de in
dezeprocedure overgelegde stukken. Ter onderbouwing verwijst eiser naar Werkinstructie 2019/17 (werkinstructie) en de uitspraak van de Afdeling van 4 augustus 2021. [5]
- Privéleven;
- Huidige en voorgaande relaties, contacten in het land van herkomst en contact met of kennis van lhbti-groepen;
- Contact met lhbti’s in Nederland en kennis van de Nederlandse situatie;
- Discriminatie, repressie en vervolging in land van herkomst.
vorigeprocedure. Hoewel de bewoording van het kopje in het voornemen “uw ingebrachte documenten wegen niet op tegen de overwegingen uit uw eerdere asielprocedures” verwarring kan zaaien, blijkt uit het bestreden besluit dat de minister de ingebrachte documenten ook in samenhang heeft beoordeeld met de verklaringen van eiser in
dezeprocedure. Zo heeft de minister onder andere overwogen dat eisers verklaringen over zijn betrokkenheid bij Stichting Rainbow onvoldoende overtuigend en persoonlijk zijn, en dat de overgelegde foto’s en brieven geen aanleiding kunnen vormen om alsnog zijn homoseksuele geaardheid geloofwaardig te achten. Dit betoog slaagt dus niet.
Conclusie en gevolgen
.