Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 januari 2025 in de zaak tussen
[eiser] , [nummer] , eiser
de minister van Justitie en Veiligheid
Inleiding
.De gemachtigde van eiser heeft zich afgemeld voor de zitting. Eiser zelf is niet verschenen.
Beoordeling door de rechtbank
3 juni 2024 geoordeeld dat ten aanzien van Zwitserland mag worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. [4] Dit is bevestigd door de Afdeling in haar uitspraak van 12 juli 2024. [5] In hetgeen eiser heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding daar nu anders over te oordelen. De rechtbank licht dit hieronder toe.
.In haar arrest van 30 november 2023 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat binnen de Dublinprocedure geen ruimte bestaat:
‘om te toetsen of het beschermingsbeleid van een aangezochte lidstaat ten aanzien van bepaalde groepen of landen van herkomst in algemene zin een refoulementsrisico oplevert, afgemeten naar het beschermingsbeleid dat in Nederland geldt.’ [6] Het gestelde materiële verschil in het beschermingsbeleid van Nederland en Zwitserland mag dus niet worden betrokken in de beoordeling door de rechtbank
.
bijzondere, individuele omstandigheden maken dat de overdracht van de vreemdeling aan de voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming verantwoordelijke lidstaat van een onevenredige hardheid getuigt’ [9]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
.