ECLI:NL:RBDHA:2025:8890
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag om verlening van machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 20 mei 2025 uitspraak gedaan. Eiseres had op 19 april 2024 een aanvraag ingediend, maar verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft geen besluit genomen binnen de wettelijk vereiste termijn van 90 dagen. Eiseres heeft verweerder op 5 november 2024 rechtsgeldig in gebreke gesteld en het beroep is op 14 februari 2025 ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken en heeft een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.