In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Balkenende, beroep ingesteld tegen de Minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 6 januari 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de wettelijke beslistermijn van zes maanden heeft overschreden. Eiser heeft de minister verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit verzoek is niet ingewilligd. De rechtbank heeft het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De minister is opgedragen om binnen zestien weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is zij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.