Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 januari 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Algerijnse nationaliteit heeft. Eiser was op 23 oktober 2024 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw). Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zitting nodig was en het onderzoek op 22 januari 2025 gesloten.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot 6 november 2024. De beoordeling van het voortduren van de maatregel is dus beperkt tot de periode na deze datum. Eiser stelt dat uit de overgelegde stukken niet blijkt dat hij niet meewerkt aan zijn terugkeer naar Algerije. De rechtbank oordeelt echter dat de verweerder voldoende voortvarend handelt, aangezien de Algerijnse autoriteiten op 19 december 2024 een laissez-passer hebben toegezegd en de vlucht voor eiser is aangevraagd.
Eiser heeft ook aangevoerd dat een lichter middel toegepast had moeten worden, maar de rechtbank oordeelt dat het risico op onttrekking aan de maatregel van bewaring dit niet rechtvaardigt. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.