ECLI:NL:RBDHA:2025:9259
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning op basis van gezinsleven en mvv-vereiste
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een verblijfsvergunning met als doel 'verblijf als familie- of gezinslid bij partner'. Eiseres, afkomstig uit Turkije, is het niet eens met de afwijzing van haar aanvraag, die zij heeft ingediend op 22 september 2023. De rechtbank heeft de zaak op 16 april 2025 behandeld, waarbij de minister van Asiel en Migratie een verweerschrift heeft ingediend. De rechtbank oordeelt dat er geen objectieve belemmeringen zijn voor eiseres om haar gezinsleven in Marokko voort te zetten, en dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitvalt. De rechtbank stelt vast dat de minister voldoende gemotiveerd heeft aangetoond dat het belang van de Nederlandse staat bij het handhaven van het mvv-vereiste zwaarder weegt dan het belang van eiseres bij het uitoefenen van haar gezinsleven in Nederland. Eiseres heeft geen rechtmatig verblijf in Nederland gehad en de minister heeft terecht gesteld dat de belangen van het kind niet in het geding zijn, omdat de dochter van eiseres nog jong is en zich kan aanpassen aan een nieuwe situatie in Marokko. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM en dat de hardheidsclausule niet van toepassing is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard.