In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 2 juni 2025, gaat het om een beroep dat eiser heeft ingediend omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 13 augustus 2023. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld. De rechtbank constateert dat de minister uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag had moeten beslissen, maar deze termijn is verstreken. Eiser heeft de minister verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, maar dit is niet gebeurd, waarna eiser beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om alsnog een besluit te nemen op de aanvraag, waarbij rekening moet worden gehouden met het '8+8 wekenmodel'. De rechtbank legt een rechterlijke dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.