In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar asielaanvraag van 2 januari 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de wettelijke termijn van zes maanden voor het nemen van een besluit heeft overschreden. Eiseres heeft de minister na het verstrijken van deze termijn verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit verzoek is niet ingewilligd. De rechtbank heeft het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen zestien weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is zij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.