In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 2 juni 2025, gaat het om een beroep van eisers tegen de minister van Asiel en Migratie. Eisers hebben een asielaanvraag ingediend op 12 maart 2023, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelt dat de minister binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag had moeten beslissen, maar deze termijn is verstreken. Eisers hebben de minister verzocht om binnen twee weken te beslissen, maar dit verzoek is genegeerd, wat hen heeft doen besluiten om beroep in te stellen.
De rechtbank verklaart het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond. De minister wordt opgedragen om alsnog binnen vier weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvragen. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eisers vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door rechter A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier B.A. Smit, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.