ECLI:NL:RBDHA:2025:9949
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet tijdig heeft beslist, ondanks dat de aanvraag op 9 april 2024 is ingediend en de beslistermijn op 8 oktober 2024 verstreken was. Eiseres heeft de minister op 17 januari 2025 rechtsgeldig in gebreke gesteld en het beroep is op 14 maart 2025 ingesteld, wat tijdig is. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Eiseres heeft recht op verbeurde bestuurlijke dwangsommen van € 1.442 en de proceskosten zijn vastgesteld op € 453,50. De rechtbank heeft de minister ook veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 194. De uitspraak is gedaan op 5 juni 2025 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt.