Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
- [betrokkene] was 99 jaar en wilde absoluut geen 100 jaar worden. Zij was hierin volstrekt helder en duidelijk. Dit wordt door meerdere familieleden en andere betrokkenen onderstreept.
- Haar besluit was vrijwillig, weloverwogen en persistent.
- De laatste jaren was verdachte de enige vertrouwenspersoon van [betrokkene]. Hij was derhalve ook de enige die handelend zou kunnen optreden.
- [betrokkene] had de regie en zeker niet verdachte. Dit vloeit mede voort uit haar persoon, persoonlijkheid en karakter.
- Verdachte zag haar lijden, haar wanhoop, haar pijn en haar machteloosheid.
- [betrokkene] was grotendeels afhankelijk en gebonden aan haar kamer en bed.
- [betrokkene] was absoluut niet in staat de benodigde medicijnen te verzamelen.
- Verdachte voelde een zorgplicht ten opzichte van zijn moeder die hem eerder zo goed had verzorgd.
- Er ontstond een conflict tussen hoofd en hart.
- Verdachte kon niet passief blijven, achterover leunen en nietsdoen en tegelijkertijd haar lijden aanschouwen.
- Dit zou grote schuldgevoelens hebben veroorzaakt, een leven lang.
- Niet handelen zou voor verdachte hebben geleid tot een gevoel van falen, tekortschieten, zijn moeder in de steek laten, juist toen ze hem zo nodig had.
Zij overweegt daartoe allereerst dat buiten kijf staat dat zijn handelen mede is ingegeven geweest uit naastenliefde en – gegeven de innige band met zijn moeder – zijn en haar wens om haar bij te staan, te helpen en zich over haar te ontfermen. Verdachte heeft veel waarde gehecht aan het vertrouwen dat zijn moeder in deze in hem stelde. Om de woorden van de verdachte te gebruiken: “Zij heeft mij de gelegenheid gegeven om degene te worden die ik ben. Ik heb altijd de verantwoordelijkheid gevoeld om er ook voor haar te zijn, ook in haar laatste fase.” Weliswaar komt hem geen beroep op overmacht toe, op zich is begrijpelijk dat de innige band tussen moeder en zoon een grote rol heeft gespeeld bij zijn handelen. Door de relatief lange duur die het Openbaar Ministerie nodig heeft gehad om tot een vervolgingsbeslissing te komen, heeft verdachte lange tijd in onzekerheid verkeerd over wat de toekomst hem brengen zou. Dit tezamen maakt dat de rechtbank thans geen meerwaarde ziet in een (voorwaardelijke) straf.