2.In het kader van een moordonderzoek heeft de politie Amsterdam-Amstelland telefoongesprekken van diverse personen afgetapt, waaronder die van[naam 1] en [naam 2] over de periode van 30 juni 2009 tot en met 21 augustus 2009. In de tapgesprekken werd gesproken over vermoedelijke uitkeringsfraude. De tapgesprekken zijn aan de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) overgedragen, die een nader onderzoek is gestart naar mogelijke uitkeringsfraude voor [naam 1] en [naam 2] en [werkgever] en [BV] (de bestuurder en aandeelhouder van [werkgever]). Het derde bedrijf [naam bedrijf] is buiten beschouwing gelaten. Blijkens dit onderzoek heeft [BV] tot en met 31 augustus 2009 op naam gestaan van [naam 3] en aansluitend tot en met 1 september 2010 op naam van [naam 1]. Per 1 september 2010 zijn de rechtspersonen ontbonden. Blijkens gegevens van de Belastingdienst zijn er voor [werkgever] in 2009 en 2010 loonbelastingaangiftes ingediend voor zes werknemers, waaronder eiseres. Blijkens eveneens gegevens van de Belastingdienst heeft [werkgever] in de jaren 2008 tot en met 2010 € 0 omzet gedraaid. Volgens de Belastingdienst hebben de genoemde rechtspersonen op verschillende adressen ingeschreven gestaan, waaronder tot en met 30 maart 2009 in Veenendaal en aansluitend tot en met 31 augustus 2009 op het adres van eiseres. Blijkens de verklaring van [naam makelaar], makelaar van het bedrijfspand in Veenendaal, is het pand van 1 juli 2008 tot en met 23 september 2008 verhuurd geweest aan [BV], hebben er destijds geen activiteiten van enige betekenis plaatsgevonden in het pand en waren de eindmeterstanden nagenoeg gelijk aan de beginmeterstanden. Volgens getuige [naam getuige 1] heeft hij contact onderhouden met de personen van de genoemde rechtspersonen, maar is er geen boekhouding voor deze bedrijven gedaan omdat er geen stukken werden aangeleverd, was de omzet voor de omzetbelasting nihil tot negatief en zijn er geen gegevens voor de loonadministratie (terug) ontvangen. In de inbeslaggenomen administratie zijn volgens de SIOD geen stukken aangetroffen met betrekking tot (betaalde) activiteiten en uitbetaalde lonen. Volgens getuige [naam getuige 2] van [bedrijf] is haar eind 2009 / 2010 door [naam 4], oom van [naam 1], gevraagd de boekhouding voor de genoemde bedrijven te doen, was de omzet nihil, waren er wel mensen in dienst, maar is geen loon betaald omdat er geen opdrachten waren en heeft zij ook geen stukken gezien waaruit werkzaamheden bleken van de genoemde rechtspersonen.
Vervolgens heeft de SIOD vijf werknemers verhoord, waaronder eiseres op 3 oktober 2011. Ten aanzien van de vestiging van de rechtspersonen op haar woonadres verklaarde eiseres dat zij post ontving, maar dat er verder geen bedrijfsactiviteiten plaatsvonden. Ten aanzien van haar werkzaamheden verklaarde eiseres dat zij nergens daadwerkelijk als schoonmaakster aan het werk is geweest, dat zij alleen werk heeft opgezocht en dat zij met [naam 5] bedrijven moest zoeken om opdrachten binnen te halen, dat zij nergens werk heeft gevonden, dat zij na een paar maanden ziek werd en toen is gestopt met dit werk. Eiseres verklaarde voorts dat zij per maand € 1.500 of € 1.600 aan salaris kreeg, dat zij hiervoor geen werk heeft verricht, uitgezonderd de eerste maand nadat zij met [naam 5] klanten ging zoeken, dat zij van contante betalingen nergens wat heeft moeten ondertekenen, dat zij geen loonstroken meer had en dat zij niet wist waar het geld vandaan kwam of waarvan zij is betaald, omdat er immers geen werk was. Verder verklaarde eiseres dat [werkgever] van [naam bedrijf] was, dat [naam 2] deze onderneming later heeft overgenomen en dat zij heeft gehoord dat [naam 4] de grote baas was.
[naam bedrijf] heeft tijdens haar verhoor door de SIOD op 12 juli 2011 verklaard dat zij [werkgever] heeft geopend en daar niemand heeft laten werken, dat zij de genoemde rechtspersonen op haar naam had staan, dat zij veel potentiële klanten heeft gesproken maar uiteindelijk geen opdrachten heeft binnengehaald, dat zij vijf of zes man personeel in dienst had maar niet meer weet bij welk van de drie bedrijven dat was en dat zij niet meer weet hoe en waarvan het personeel betaald is. Verder verklaarde [naam bedrijf] dat zij geen administratie meer heeft, dat zij in ieder geval € 0 omzet had, dat zij de beslissingen heeft gemaakt binnen de ondernemingen toen deze op haar naam stonden en dat [naam 1] haar hiermee ook vrijwillig heeft geholpen, maar dat hij niet de enige was.
Uit het onderzoek is volgens de SIOD aannemelijk geworden dat [naam 1], die zich ook wel uitgaf voor [naam 4] en door getuigen is aangeduid als de vader van [naam bedrijf], feitelijk leiding gaf aan de genoemde rechtspersonen. De bevindingen van de SIOD zijn vastgelegd in het rapport van 16 februari 2012.
In het kader van nader onderzoek door verweerder naar verzekeringsplichtige arbeid is eiseres op 5 november 2012 en 6 november 2012 nader verhoord. Eiseres verklaarde dat zij volledig betaald is terwijl zij geen werk verrichtte, dat zij alleen in de maand april 2009 heeft gewerkt, dat zij feitelijk als chauffeur van [naam 5] heeft gewerkt en zij samen in de omgeving van Veenendaal op zoek zijn geweest naar mogelijke opdrachtgevers. Eiseres verklaarde voorts dat haar loonstroken zijn kwijtgeraakt. De bevindingen van verweerder zijn vastgelegd in het onderzoeksrapport Loket Gefingeerde Dienstverbanden van 28 november 2012.