Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Ontstaan en loop van het geding
€ 7.025.753 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 339.796, alsmede een vergrijpboete van € 58.044. Tevens is bij beschikking € 12.827 aan heffingsrente in rekening gebracht.
€ 6.624.605 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 339.796. De verzuimboete van € 158 is gehandhaafd. De beschikking heffingsrente is verminderd tot
€ 344.420.
€ 6.624.605 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 339.796, aldus conform de eerste navorderingsaanslag. De boetebeschikking en de beschikking heffingsrente zijn vernietigd.
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep tegen de uitspraak op bezwaar van 6 december 2011 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen de uitspraak op bezwaar van 8 december 2011 ongegrond.