VGZ stelt voorts dat [Verzekerde] op grond van de Verzekeringsvoorwaarden 2012 niet voor volledige vergoeding van zorgkosten in aanmerking komt, maar ingevolge artikel 1.4. slechts op een deel daarvan, zodat [eisende partij] geen aanspraak kan maken op het volledige bedrag van € 915,44. Bij dupliek stelt VGZ dat ook uit de Verzekeringsvoorwaarden 2011 volgt dat niet-gecontracteerde zorg tot maximaal 80% van de gemiddelde tarieven voor 2011 werd vergoed.
[Verzekerde] betwist dit. Hij stelt dat de Verzekeringsvoorwaarden 2011 van toepassing zijn, omdat de behandeling toen is aangevangen. De nieuwe bepaling in artikel 1.4. van de Verzekeringsvoorwaarden 2012, waaruit volgt dat [Verzekerde] slechts 60% van zijn zorgkosten vergoed krijgt nu Europsyche een GGZ-instelling was waarmee VGZ geen overeenkomst heeft gesloten, is niet van toepassing. De Polisvoorwaarden 2011 bevatten nog geen bepaling omtrent een geringere uitkering bij niet gecontracteerde zorgaanbieders, aldus [eisende partij] .
De kantonrechter overweegt dat de Verzekeringsvoorwaarden 2011 van toepassing zijn op de behandelingen in 2011 en de Verzekeringsvoorwaarden 2012 op de behandelingen in 2012.
De stelling van VGZ dat uit de Polisvoorwaarden 2011 volgt dat niet-gecontractueerde zorg tot maximaal 80% van de gemiddelde tarieven voor 2011 werd vergoed, is door haar niet nader onderbouwd, hetgeen gelet op de betwisting door [eisende partij] wel op haar weg had gelegen. Deze stelling zal als onvoldoende onderbouwd worden gepasseerd en de kantonrechter gaat ervan uit dat uit de Verzekeringsvoorwaarden 2011 niet voortvloeit dat sprake is van een geringere uitkering voor de door [eisende partij] middels Europsyche verleende zorg. Op basis van de door beide partijen ingenomen stellingen is niet in geschil dat er in 2012 geen overeenkomst bestond tussen Europsyche en VGZ, zodat uit artikel 1.4 van de Polisvoorwaarden 2012 volgt dat de aan [Verzekerde] in 2012 verleende zorg voor maximaal 60% van de geldende Wmg-tarieven vergoed zou worden. Uit de overgelegde factuur is echter niet af te leiden welke behandelingen in 2011 en welke in 2012 hebben plaatsgevonden. De kantonrechter stelt [eisende partij] in de gelegenheid zich daarover uit te laten, alsmede een overzicht te verschaffen van de daaruit voortvloeiende kosten.
Daarbij betrekt de kantonrechter ook het volgende.
[eisende partij] merkt in punt 31 van zijn conclusie van antwoord op dat [Verzekerde] , toen bleek dat de zorgverzekeraars hun betalingen plotseling hadden gestaakt, de behandeling door [eisende partij] heeft voortgezet en zelf heeft betaald. Nu niet in geschil is dat de zorgverzekeraars, waaronder VGZ, begin februari 2012 hun betalingen staakten en een deel van de door [eisende partij] verleende zorg betrekking heeft op de periode tussen 1 februari en 5 juni 2012 wordt [eisende partij] tevens in de gelegenheid gesteld om inzichtelijk te maken of [Verzekerde] een deel van de kosten van de behandeling zoals vermeld op de factuur van 14 december 2012 niet reeds heeft voldaan en, indien dit het geval is, welk bedrag dit betreft. De kantonrechter volgt VGZ namelijk in haar stelling dat [eisende partij] reeds door [Verzekerde] betaalde behandelingen van [eisende partij] niet ook bij VGZ in rekening kan brengen.