Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 4 februari 2016
[verzoeker], te [woonplaats] (hierna te noemen: verzoeker)
VGZ Zorgkantoor B.V. te Eindhoven, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
7 augustus 2015 geen besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb is. De inhoud van genoemd besluit is gelijk aan die van het primaire besluit van 6 juli 2015, zodat er sprake is van een herhaald besluit zonder (nieuw) rechtsgevolg. De voorzieningenrechter is daarom met verweerder, zij het op andere gronden, eens dat het bezwaar tegen de beslissing van
7 augustus 2015 niet ontvankelijk is.
In deze stap wordt vastgesteld of de verzekerde is aangewezen op:a. permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, ofb. 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momentenhulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,1°. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorgnodig heeft, of2°. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.”
Begeleiding bij de belangrijke levensgebieden, gericht op maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven zijn vooral typisch voor hulp die vanuit de Wmo kan worden geboden. Het is daarom niet zinvol om de behoefte op zorg op grond van de Wlz op die gebieden te baseren“.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
4 februari 2016.