Ter zake van het verweer dat [eisende partij] niet kunnen worden ontvangen in het incident is het volgende van belang. [eisende partij] hebben voor de gronden van hun eis ten gronde in de procesinleiding verwezen naar de bijlage bij die procesinleiding met de titel ‘Procesinleiding vorderingsprocedure’. Op de eerste pagina van dat stuk, voordat een inleiding op de eis begint, hebben zij aangekondigd op de eerst dienende dag een provisionele eis te zullen indienen, strekkende tot betaling van een voorschot van € 175.000,00 op de schadevergoeding. In randnummer 31 van dat stuk hebben zij deze aankondiging herhaald. Onderaan het productieoverzicht (pagina 1 van stuk 0003), getiteld ‘Concept-akte provisionele eis + productielijst’, staat:
Provisionele eis:
De rechtbank wordt verzocht - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - gedaagden te
veroordelen aan eisers gezamenlijk een voorschot op de schadevergoeding te betalen ad
€ 175.000,- subsidiair een zodanig bedrag als de rechtbank meent dat behoort, middels
storting op banknummer NL28 ABNA 0644610646 tnv Stichting Beheer Derdengelden Brunet Advocaten ovv ‘voorschot schadevergoeding 11.0864’.
M.A. Smits
Op 6 maart 2018 heeft de advocaat van [eisende partij] de rechtbank bericht dat dit haar eerste digitale procedure is en dat zij zich pas na indiening van de procesinleiding heeft gerealiseerd dat de zaak met de indiening van de procesinleiding reeds diende en de eerst dienende dag niet nog zou aanbreken. Zij heeft daarbij aangegeven dat de conceptakte de definitieve provisionele eis bevat en dat deze eis dus reeds is ingediend, althans beschouwd moet worden als op 6 maart 2018 ingediend.
Op 7 maart 2018 heeft de rechtbank CWZ en Centramed in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in het incident in te dienen. Diezelfde dag hebben CWZ en Centramed de rechtbank bericht dat zij, behoudens tegenbericht, ervan uitgaan dat zij uiterlijk op 21 maart 2018 een verweerschrift in het incident kunnen indienen, dat daarna in het incident vonnis zal worden gewezen, waarna CWZ en Centramed gelegenheid zullen krijgen een verweerschrift in de hoofdzaak in te dienen.
Op 14 maart 2018 heeft de rechtbank partijen bericht dat de regierechter heeft beslist dat de indiening van de provisionele eis door [eisende partij] wordt aanvaard en heeft zij overigens de verwachtingen van CWZ en Centramed bevestigd. Tegen deze achtergrond geldt het volgende.