3.2.De rechtbank overweegt het volgende.
In artikel 1a:2 van de Wajong is het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering geregeld. De ingezetene die op grond van artikel 1a:1 van de Wajong als jonggehandicapte wordt beschouwd, heeft recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering.
In artikel 1a:1, eerste lid, van de Wajong is bepaald dat jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b. na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
De rechtbank stelt vast dat artikel 1a:1, eerste lid, van de Wajong (onder a en onder b) hiermee twee verschillende beoordelingsmomenten bevat.
Eiseres heeft op (bijna) 21- jarige leeftijd een aanvraag beoordeling arbeidsvermogen ingediend en in het jaar daaraan voorafgaand in ieder geval zes maanden gestudeerd. Als reden voor de aanvraag heeft eiseres aangegeven dat haar psychische situatie is verslechterd sinds de traumatische gebeurtenis in januari 2017. In deze zaak moet dus de vraag worden beantwoord of sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 1a:1, eerste lid, onder b van de Wajong. Dit betekent dat de vraag moet worden beantwoord of sprake is van het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen, waarbij het duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen het rechtstreeks en objectief gevolg van ziekte of gebrek moet zijn.
Gelet op dit beoordelingsmoment, gelet op de inhoud van de Wajong-aanvraag van eiseres en nu ingevolge artikel 1a:11, tweede lid, van de Wajong het recht niet eerder kan ingaan dan vanaf de datum van aanvraag, oordeelt de rechtbank dat verweerder in deze zaak op goede gronden de datum van ontvangst van de aanvraag – dus 3 juli 2017 - als beoordelingsdatum heeft gehanteerd.
De rechtbank merkt verder nog op dat omdat op de aanvraag beoordeling arbeidsvermogen de Wajong van toepassing is, de daarin neergelegde specifieke regels voorrang hebben boven de algemene regels uit de Awb. Dit betekent dat de beoordeling betrekking heeft op de (medische) situatie op 3 juli 2017 en zich niet ook uitstrekt over de (medische) situatie in de bezwaarfase tot 4 mei 2018. De beroepsgrond van eiseres slaagt dus niet.
4. Verweerder heeft de weigering van de Wajong-uitkering gebaseerd op de vaststelling dat eiseres arbeidsvermogen heeft. Hieraan ligt een medisch en arbeidskundig onderzoek ten grondslag.
Het medisch onderzoek van verweerder is vastgelegd in de rapporten van verzekeringsarts
E. van der Meulen van 10 november 2017 en 29 januari 2018 en van verzekeringsarts bezwaar en beroep M.P.W. Kreté van 11 april 2018, 21 augustus 2018, 16 januari 2019 en 18 maart 2019. Het arbeidskundig onderzoek van verweerder is vastgelegd in de rapporten van arbeidsdeskundige N. Melkert van 21 november 2017 en 5 februari 2018 en van arbeidsdeskundige bezwaar en beroep Z. Eggink van 26 april 2018.
Zorgvuldigheid van het onderzoek