ECLI:NL:RBGEL:2020:2646

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
22 mei 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 1697
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Conflict in bevoegdheidstoedeling bij handhaving van milieuwetgeving en het Activiteitenbesluit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 15 mei 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een ondernemer die in een nachtwinkel en groothandel distikstofmonoxide (lachgas) verkoopt, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. Dit besluit, genomen op 9 januari 2020, houdt in dat verzoeker een last onder dwangsom is opgelegd, waarbij hij geen lachgas meer ter beschikking mag stellen voor inhalatie. Bij overtreding van deze last kan verzoeker een dwangsom van € 5.000,- per overtreding verbeuren, met een maximum van € 15.000,- per bedrijf.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld tijdens een zitting op 14 mei 2020, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de last onder dwangsom is gebaseerd op overtredingen van de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit. Echter, de voorzieningenrechter heeft zich onbevoegd verklaard, omdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in dergelijke gevallen bevoegd is om in eerste en enige aanleg kennis te nemen van het verzoek. Dit is gebaseerd op het feit dat de handhaving betrekking heeft op één feitelijke situatie, namelijk de terbeschikkingstelling van lachgas, en dat de last niet splitsbaar is in delen die onder verschillende wetgeving vallen.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er sprake is van een conflict in de bevoegdheidstoedeling en heeft het verzoek doorgezonden naar de Afdeling voor een spoedige behandeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Zutphen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/1697

uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 mei 2020

op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[Verzoeker A] , te [A] , verzoeker

(gemachtigde: mr. C.C.J.M. Weijers),
en

het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, verweerder

(gemachtigde: mr. F.A. Pommer).

Procesverloop

Bij besluit van 9 januari 2020 heeft verweerder aan verzoeker een last onder dwangsom opgelegd.
Verzoeker heeft tegen het besluit bezwaar gemaakt. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft via videoverbinding plaatsgevonden op 14 mei 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker verkoopt in een nachtwinkel en een groothandel distikstofmonoxide (lachgas) voor inhalatie. Verweerder heeft een last opgelegd die inhoudt dat verzoeker vanuit zijn twee bedrijven geen lachgas meer ter beschikking stelt aan een ander met de doelstelling om dit te (laten) inhaleren, dan wel lachgas daartoe aanwezig te hebben. Als verzoeker zich hier niet aan houdt verbeurt hij een dwangsom van € 5.000,- per geconstateerde overtreding, met een maximum van € 15.000,- per bedrijf.
2. Verweerder heeft aan de last onder dwangsom overtreding van artikel 9.2.1.2 van de Wet milieubeheer en artikel 2.1, eerste en tweede lid, onder e, van het Activiteitenbesluit ten grondslag gelegd.
De voorzieningenrecht constateert dat in geval van handhaving op grond van de Wet milieubeheer de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) in eerste en enige aanleg rechtsmacht heeft. De voorzieningenrechter is wel bevoegd om te oordelen over handhaving op grond van het Activiteitenbesluit. Verder is van belang dat handhaving is gebaseerd op één feitelijke situatie: de terbeschikkingstelling van lachgas. De last is niet splitsbaar in een deel waarop de Wet milieubeheer ziet en een deel waarop het Activiteitenbesluit ziet. Dat betekent dat in dit geval sprake is van een conflict in de bevoegdheidstoedeling.
Zoals de Afdeling eerder in vergelijkbare gevallen heeft geoordeeld is de Afdeling in een dergelijke situatie bevoegd in eerste en enige aanleg kennis te nemen van het verzoek. [1] De voorzieningenrechter is, gelet hierop, niet bevoegd uitspraak te doen op het verzoek.
3. Om die reden verklaart de voorzieningenrechter zich onbevoegd en zal hij het verzoek doorzenden naar de Afdeling, voor een spoedige behandeling.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H. van Breda, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.H.Y Snoeren-Bos, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 15 mei 2020.
De griffier is verhinderd om te tekenen
griffier
De voorzieningenrechter is verhinderd om te tekenen
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie de uitspraken van 6 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1458, van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1065 en van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:993.