ECLI:NL:RBGEL:2022:1141
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding van kosten rechtsbijstand in strafzaak wegens niet-ingeschreven advocaat
Op 24 februari 2022 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een beschikking betreffende een verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die in een strafzaak was betrokken, maar niet was verschenen op de zitting. De gemachtigde van de verzoeker, die niet als advocaat was ingeschreven bij de Nederlandse Orde van Advocaten, had verzocht om een vergoeding van € 1836,65 voor rechtsbijstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten van rechtsbijstand niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat de gemachtigde geen toegelaten advocaat is. De rechtbank heeft daarbij artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in aanmerking genomen, dat enkel kosten van rechtsbijstand door een advocaat die op het tableau staat ingeschreven, dekt. De rechtbank heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken die bevestigen dat de kwaliteitseisen en tuchtrechtelijke toezicht voor advocaten niet van toepassing zijn op andere rechtsbijstandverleners. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat de kosten niet onder de reikwijdte van artikel 530 Sv vallen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open binnen een maand na betekening.