Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 januari 2022
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 februari 2022.
2.De feiten
Hierbij doen wij u geheel vrijblijvend een prijsopgaaf toekomen voor het verduurzamen van uw woning aan de [adres] .
- 750 liter temperatuurszone zonneboiler gemonteerd in de garage zoals afgesproken
- Systeemregeling t.b.v. warmtepomp, zoninstraling, tapwaterregeling en verwarmingsgroep.(…)
Veel problemen met de vloerverwarming dit speelt nu ruim 15 maanden zonder oplossing.Koude sectie in hal, toilet, badkamer, en keuken.
We hebben afgesproken bij ons bezoek op 28 januari dat wij de stukken vloerverwarming die de frezer niet gefreesd heeft alsnog in laten frezen; en ons daarbij aanpassen aan de planning van de badkamer. We hebben helaas nog niet gehoord wanneer dit op de planning staat.”.
Echter, sinds de oplevering zijn er problemen door cliënt geconstateerd. Hiervan heeft cliënt u telkenmale op de hoogte gebracht. Het gaat hierbij, doch niet uitsluitend, om het feit dat de warmtepomp 24 uur per dag aanstaat.(…)
Client is niet in staat om zijn woning op de gewenste temperatuur te brengen.(…)
Daarnaast is het niet mogelijk om de ruimtes afzonderlijk van elkaar te verwarmen terwijl dit wel is overeengekomen en blijkt dat er te weinig leidingen ten behoeve van de vloerverwarming zijn aangelegd.(…)
De reparatie aan de warmtepomp (regeling) is door de fabrieks- servicemonteur uitgevoerd op donderdag 2 mei; deze heeft uiteindelijk oa de gehele printplaat vervangen en sindsdien draait het systeem probleemloos. Er is geen enkele sprake van vervanging oid van de warmtepomp; en de servicemonteur het goed werkend achtergelaten.(…)
[eiser] is in algemeen van mening dat [gedaagde] tekort geschoten is in het adviseren en dat hij hierdoor onnodige kosten heeft gemaakt door de warmtepomp installatie aan te schaffen.
3.Het beoordelen van de bevestiging van de zonnecollectoren op het dak
De groepen van badkamer en bijkeuken alsnog voorzien van extra slangen.
Namens client wil ik u verzoeken om voor 15 oktober 2020 overeenkomstig het rapport nader gevolg te geven aan hetgeen in het rapport onder punt 4 staat vermeld. Graag ontvang ik binnen 14 dagen na heden een nadere plan van aanpak en een tijdschema van de werkzaamheden.”.
Uit het rapport is overgebleven hetgeen we al ver voor het hele juridische traject hadden afgesproken; het aanpassen van de vloerverwarming. Dit is uiteindelijk ook wat aangemerkt wordt door de onafhankelijk deskundige. Ik wil voorstellen dat ik, gezien de schade die onze relatie heeft opgelopen, €2800,00 + BTW aan Dhr [eiser] overmaak tegen finale kwijting. Hij kan dan zelf met een partij die hij goed acht het werk uitvoeren.
Voor zover nog vereist, verzoek ik u, voor zo nodig sommeer ik u mij binnen twee weken na heden te bevestigen dat u de gebreken binnen een redelijke termijn van twee maanden zult herstellen en mij te bevestigen dat u de aansprakelijkheid voor de gevolgschade erkent. Ik verzoek u mij daarbij ook mede te delen op welke dagen en uren de uit te voeren werkzaamheden worden gepland, zodat [eiser] daar rekening mee kan houden.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Verjaring
Weliswaar is juist dat een vordering tot ontbinding moet worden gerekend tot de in art. 3:317 lid 2 bedoelde vorderingen, doch dat laat onverlet dat de vordering tot terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding, ook als zij worden gecombineerd met een (voorwaardelijke) vordering tot ontbinding, vorderingen zijn als bedoeld in het eerste lid van art. 3:317, welke bepaling(…)
juist de strekking heeft bij deze vorderingen aan een aanmaning stuitende werking te geven en de schuldeiser niet te dwingen met het oog op de omstandigheden te spoedig tot rechtsmaatregelen over te gaan. Aan deze strekking zou onnodig afbreuk worden gedaan wanneer zou worden aangenomen dat op een combinatie van bedoelde vorderingen slechts het tweede lid van art. 3:317 van toepassing zou zijn. De tekst van art. 3:317 dwingt ook niet tot een dergelijke uitleg”. Deze overweging komt erop neer dat bij een combinatie van een ontbindingsvordering met een vordering tot schadevergoeding en terugbetaling van de koopprijs, voor stuiting van de verjaring niet de regeling van lid 2 van artikel 3:317 BW maar van lid 1 van toepassing is (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19 februari 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1547).
Het leveren en monteren van vloerverwarming op de gehele begane grond.”. [gedaagde] voert aan dat er geen tekortkoming is omdat niet in de overeenkomst is opgenomen hoeveel buizen er zouden worden gelegd. Dit verweer gaat echter niet op. De vloerverwarming is onderdeel van de overeenkomst en de deskundige heeft vastgesteld dat de vloerverwarming niet goed is ingeregeld en dat er onvoldoende slangen zijn gelegd. [eiser] had mogen verwachten dat de vloerverwarming voldoende buizen zou hebben om de vloer overal goed te verwarmen. Daarnaast voert [gedaagde] aan dat het ontbreken van enkele buizen in de vloer niet zorgt voor een gebrek in de installatie. De vloerverwarming geeft immers genoeg warmte af aan de betreffende ruimte, aldus [gedaagde] . [gedaagde] betwist daarmee de stelling van [eiser] dat de installatie de woning niet goed verwarmt. De deskundige heeft echter in reactie op de klacht van [eiser] dat de ingestelde temperatuur bij de voorgevel niet gehaald wordt, vastgesteld dat vloerverwarmingsgroepen niet goed zijn ingeregeld. Gelet op het voorgaande is er op dit punt dus sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst.