Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Eiser A] , uit [plaats B] , eiser,
Procesverloop
Wat er aan deze procedure voorafging
Wat eiser vindt
Waarover het gaat in deze zaak
Wat de rechtbank vindt
kanzijn, indien de betrokken verzekerde wat de verlate aanvraag betreft redelijkerwijs gesproken niet kan worden geacht in verzuim te zijn geweest. Dat zal
onder meerhet geval zijn, indien de verzekerde - mede als gevolg van zijn medische situatie - het aan inzicht in de ernst, de aard en de duurzaamheid van zijn
met namepsychische problematiek heeft ontbroken en om die reden heeft nagelaten eerder een aanvraag in te dienen. Deze formulering laat ruimte open om ook andere situaties dan beschreven als een bijzonder geval aan te merken.
De conclusie van de rechtbank
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voorzover het gaat om de ingangsdatum van de WAO-uitkering;
- bepaalt dat de WAO-uitkering van eiser met ingang van 24 januari 2014 wordt herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%;
- veroordeelt het UWV tot vergoeding van wettelijke rente als omschreven onder 20;
- wijst het verzoek om vergoeding van belastingschade af;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden.
.