In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 12 juli 2023 een tussenvonnis uitgesproken in een zaak tussen een vereniging (eiser) en twee gedaagden, waaronder een taxatie- en adviesbureau. De zaak betreft een beroepsaansprakelijkheidskwestie naar aanleiding van een taxatie die in 2015 is uitgevoerd. De eiser stelt dat de taxatie te laag is uitgevallen, wat heeft geleid tot schade na een brand in 2019. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn, maar heeft ook overwogen dat er een deskundigenbericht moet worden ingewonnen over de vraag of de taxateur een beroepsfout heeft gemaakt.
In het tussenvonnis van 12 juli 2023 is de eiser in de gelegenheid gesteld om te reageren op een verzoek van de gedaagden om terug te komen van een eerdere bindende eindbeslissing over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. De gedaagden hebben betoogd dat er sprake is van een bestendige handelsrelatie en dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. De rechtbank heeft de partijen aangespoord om in gesprek te gaan over de inhoud van de zaak, om onnodige kosten en tijd te vermijden. De verdere beslissing in de hoofdzaak is aangehouden, terwijl de rechtbank de eiser de gelegenheid biedt om haar standpunt over het verzoek van de gedaagden kenbaar te maken.
De rechtbank heeft ook een incidentele vordering van de gedaagden behandeld, waarin zij inzage vroegen in een verzekeringspolis. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen, omdat de gedaagden niet voldoende hebben onderbouwd dat de gevraagde stukken relevant zijn voor hun rechtspositie. De kosten van het incident zijn voor rekening van de gedaagden, die hoofdelijk in de kosten zijn veroordeeld.