ECLI:NL:RBGEL:2023:5472

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
10244423 \ BR VERZ 22-432 \ 814
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de hoorplicht in verkeersboetezaak met nieuwe argumenten

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. R.A. Eskes op 13 september 2023, staat de schending van de hoorplicht centraal. De betrokkene, vertegenwoordigd door gemachtigde mr. I.N.D.J. Rissema, had beroep aangetekend tegen een beslissing van de officier van justitie inzake een verkeersboete. De sanctie was opgelegd wegens het overschrijden van de snelheid met 22 km/u op een weg buiten de bebouwde kom op 28 februari 2022. De officier van justitie had in zijn verweer aangegeven dat de hoorplicht was geschonden, maar dat de gemachtigde de schriftelijke gronden niet correct had aangeleverd. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de hoorplicht was geschonden, de nieuwe argumenten die in de beroepsfase naar voren waren gebracht, niet waren meegewogen in de beslissing van de officier van justitie. Dit leidde tot de conclusie dat de sanctie gematigd moest worden. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en de sanctie verlaagd tot € 159,-, met een proceskostenvergoeding van € 717,- aan de betrokkene. De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht en de noodzaak om nieuwe argumenten in overweging te nemen bij het nemen van beslissingen.

Uitspraak

proces-verbaal/uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Apeldoorn
zaakgegevens 10244423 \ BR VERZ 22-432 \ 814
cjib-nr / registratienr 247900982 / TM8448
zitting van 13 september 2023
proces-verbaal/beslissing inzake Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van

de besloten vennootschap [betrokkene]

gevestigd te [adres]
betrokkene
gemachtigde mr. I.N.D.J. Rissema, Fixiq Legal/ Bezwaartegenverkeersboetes.nl
tegen

de officier van justitie

De zaak is behandeld op de openbare zitting door de kantonrechter
mr. R.A. Eskes, bijgestaan door H. Jansen als griffier.
Namens de officier van justitie is aanwezig, mr. D. Hoveijn, medewerker van de Centrale Verwerkingseenheid Openbaar Ministerie als zittingsvertegenwoordiger, hierna te noemen de officier van justitie.
Gemachtigde is niet ter zitting verschenen.
De kantonrechter vat, met verwijzing naar de beslissing van de officier van justitie en het ingediende beroepschrift, kort samen wat tussen partijen in geschil is.
Aan betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd vanwege het, met het voertuig met kenteken [kenteken] , 22 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom (verkeerbord A1), op 28 februari 2022 om 09.26 uur, te Lunteren, Oranjeweg.
De officier van justitie verklaart – zakelijk weergegeven – het volgende:
Ik overleg een aanvullend proces-verbaal over waarin staat dat de borden duidelijk zichtbaar aanwezig waren, dat het een eenmanscontrole betrof en dat staandehouding niet mogelijk was. De reden dat er vermeld staat ‘rijstrook 1-2’ is, dat er te dicht bij de middenstreep is gereden waardoor het systeem de rijstrook niet kan melden. Een multiradar staat stil. De hoorplicht is geschonden, maar gemachtigde heeft de schriftelijke gronden niet juist aangeleverd. Ik verzoek het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie te vernietigen en het beroep tegen de beschikking ongegrond te verklaren. Met betrekking tot toekenning van proceskosten voor het niet horen van betrokkene verwijs ik naar het (niet gepubliceerde) arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 augustus 2023 Wahv 200.323.778/01.
De kantonrechter sluit de behandeling en doet uitspraak.

Gronden voor de beslissing:

De kantonrechter overweegt als volgt.
Het beroep is tijdig ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie met bovenvermeld CJIB nummer.
De sanctie is ingevolge artikel 5 Wahv opgelegd aan de kentekenhouder. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat betrokkene ten tijde van de gedraging kentekenhouder was.
Indien in een zaak geen sprake is van een ambtsedige verklaring, omdat een handtekening van de verbalisant ontbreekt op de door hem digitaal aangeleverde gegevens, neemt dat niet weg dat de vaststelling dat een gedraging is verricht ook op een niet-ambtsedige verklaring van een verbalisant kan worden gebaseerd. (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23-08-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:7299).
Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in: “De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting getest, goedgekeurd en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel.
Gemeten (afgelezen) snelheid: 85 KM/U.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 82 KM/U.
Toegestane snelheid: 60 KM/U.
Overschrijding met: 22 KM/U.”
Van de verweten gedraging bevindt zich een foto in het dossier.
Uit de afbeelding “ ^ “ boven de foto blijkt, dat het voertuig afrijdend is gemeten op rijstrook 1-2. De kantonrechter heeft geen reden om te twijfelen aan hetgeen de officier van justitie toe heeft gelicht over de vermelding van de rijstrook.
Gelet op het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 maart 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:2678) hoeft bij een mobiele radarsnelheidsmeter de verschilsnelheid alleen te worden geregistreerd als vanuit een rijdend voertuig wordt gemeten. De Multaradar CT wordt tegenwoordig uitsluitend nog gebruikt in stilstaande voertuigen.
In het door de officier van justitie ter zitting overgelegde op 12 september 2023 opgemaakte proces-verbaal Wet Mulder verklaart de verbalisant dat de A1 60 KM zonebebording zichtbaar voor alle weggebruikers op alle toegangswegen was geplaatst en dat de verbalisant een eenmanscontrole uitvoerde. Daarmee is voldoende aannemelijk geworden dat de bebording aanwezig was en verbalisant geen reële mogelijkheid tot staandehouding heeft gehad. Naar het oordeel van de kantonrechter kon met verbaliseren op kenteken worden volstaan.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft er een correcte snelheidsmeting plaatsgevonden, is de verweten gedraging verricht en betrokkene hiervoor aansprakelijk.
Anders dan in de beroepzaken met de CJIB nummers 247768599 en 248943292 die op deze zitting ook zijn behandeld, is in onderhavige zaak sprake van schending van de hoorplicht, ondanks dat gemachtigde de mogelijkheid is geboden schriftelijk gronden aan te leveren. Dit aangezien in de beroepsfase bij de kantonrechter wel is gebleken van nieuwe argumenten die niet zijn meegewogen in de beslissing van de officier van justitie en die tot een andere beslissing zouden hebben kunnen leiden. De sanctie zal daarom met 25% worden gematigd.
Er zijn termen voor een proceskostenveroordeling. De kantonrechter kent voor het beroepschrift tegen de inleidende beschikking en het beroepschrift tegen de beslissing van de officier van justitie 1 punt toe, met een wegingsfactor van 0.5 (licht).
Voor het niet toekenning van proceskosten voor het niet horen van betrokkene door de officier van justitie verwijst de kantonrechter naar het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 augustus 2023, zaaknummer 200.323.778/01 r.o. 15, 16 en 17.
De officier van justitie zal derhalve worden veroordeeld in de kosten tot een bedrag van
€ 717,- (1 x € 597,- + 1 x € 837,- x 0,5).
Er zal daarom als volgt worden beslist.

Beslissing

De kantonrechter:
-verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
-vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
-verklaart het beroep tegen de beschikking gedeeltelijk gegrond;
-wijzigt de beschikking, in die zin dat de sanctie wordt gematigd tot € 159,- (exclusief administratiekosten);
-bepaalt dat het CJIB de gestelde zekerheid gedeeltelijk aan betrokkene terugbetaalt;
-verklaart het beroep tegen de beschikking voor het overige ongegrond;
-veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten van betrokkene, begroot op € 717,-.
Waarvan proces-verbaal,
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. R.A. Eskes, en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzending van een afschrift hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. het beroepschrift niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift dient schriftelijk te worden ingediend bij de rechtbank Gelderland, Team strafrecht, Mulderzaken, kamer C.1.14, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem en dient door degene die beroep heeft ingesteld, of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend. Beroepschriften die per e-mail worden ingediend, kunnen gezien de wettelijke regeling niet in behandeling worden genomen.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarbij u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Een afschrift van deze uitspraak is aan betrokkene en de officier van justitie verzonden op: