Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
de besloten vennootschap [betrokkene]
de officier van justitie
Gronden voor de beslissing:
De officier van justitie zal derhalve worden veroordeeld in de kosten tot een bedrag van
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. R.A. Eskes op 13 september 2023, staat de schending van de hoorplicht centraal. De betrokkene, vertegenwoordigd door gemachtigde mr. I.N.D.J. Rissema, had beroep aangetekend tegen een beslissing van de officier van justitie inzake een verkeersboete. De sanctie was opgelegd wegens het overschrijden van de snelheid met 22 km/u op een weg buiten de bebouwde kom op 28 februari 2022. De officier van justitie had in zijn verweer aangegeven dat de hoorplicht was geschonden, maar dat de gemachtigde de schriftelijke gronden niet correct had aangeleverd. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de hoorplicht was geschonden, de nieuwe argumenten die in de beroepsfase naar voren waren gebracht, niet waren meegewogen in de beslissing van de officier van justitie. Dit leidde tot de conclusie dat de sanctie gematigd moest worden. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en de sanctie verlaagd tot € 159,-, met een proceskostenvergoeding van € 717,- aan de betrokkene. De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht en de noodzaak om nieuwe argumenten in overweging te nemen bij het nemen van beslissingen.